Natuur was voor de rederijkers
als het decor voor een acteur:
een aardig schouwspel voor de kijker,
reden tot bijval of juist tot gezeur,
maar voor het spel op zich niet essentieel,
slechts achtergrond voor dramatiek,
dynamische ontwikkeling op het toneel,
hartstocht naast wanhoop uitgebeeld
voor het steeds opgewondener publiek.
Zó keek men in de Kamers van weleer
naar de natuur: in dichtkunst expressief,
op draperieën een gewild motief,
zeer bruikbaar dus maar echt niet méér.
Gezellen met elkaar gezamenlijk op pad
de paden op naar herfstig bos, bloeiende hei?
Geef rederijkers maar de drukte van de stad,
met koutend volk, het bier altoos dichtbij.
En als we teruggaan in de eeuwen,
nog vòor de rederijkers kwamen?
Natuurbeleving van de troubadours,
dat ook was slechts poëtisch spel,
gericht op het behagen van de dame.
En eeuwen later was er Willem Kloos,
je kent zijn naam waarschijnlijk wel,
die de natuur enorm waardeerde
als je er een borrel bij serveerde.
Wat een verschil, dames en heren,
kan ik bij onze Kamer constateren.
Wij gezellen houden de Natuur in ere.
Sommigen roeien op de rivieren,
anderen houden van tuinieren,
of ze vinden de bossen hier top,
of belopen compleet het Pieterpad.
Wij zijn bijeen in het hart van de stad,
verweven met eeuwen cultuur
maar het groenrijke park Valkenberg
begint hier al achter de muur.
Natuur bezielt ons allerwegen,
dat hoeft geen expliciet betoog.
Wat ogenschijnlijk wordt verzwegen,
houden wij in onze harten hoog
en schemert in onze gesprekken door,
ook al gaat aan tafel toch wel vaak
de welbekende stilte der natuur teloor
in glasgerinkel en verbale gymnastiek,
in conversaties, soms weloverwogen
soms zelfs nogal bevlogen,
soms alledaags en soms ludiek.
Zo is het hier al jaren geweest,
de gezellen weten het steeds te vertellen:
elke zitting is weer een feest,
en dat is hopelijk van lange duur.
Dat geldt niet deze zang, die eindigt zo.
Ditmaal besluit ik met een exclamatio.
Geprezen het gezelschap van tafelgenoten!
Stikstof moge heel Brabant bedreigen,
laten wij daar hier over zwijgen.
Wij hanteren het woord, we gaan daar mee door en
de rederijkers van het Turfschip gaan nooit verloren!
Leve de drank aan de ranken ontsproten!
Leve de liefde voor de natuur!
Leve het rederijkersvuur!
factor Herman