REDERIJK









Rederijkers houden zich bezig met taal en traditie; niet toevallig uit dat zich vaak in gedichten. Dit geldt ook voor de rederijkers te Breda. Voor andersoortige voortbrengsels van de kamerleden kunt u rechtsboven, onder Pagina`s, klikken op En verder..

vrijdag 20 oktober 2023

Maandzang oktober

O Deken, o Scrivere, Fiscaal! U allemaal,

de Kamer als geheel, zal het hopelijk vergeven,

dat ik in deze maandzang eerst nog even

aan een gebied aandacht zou willen geven

waar ik en mijn geliefde wekenlang verbleven,

een streek waarin de mensen nog agrarisch leven,

zoiets als wat Vergilius ooit heeft beschreven.

Ach, dat kan ik nog voor geen versvoet pretenderen,

maar in het kleine wil ik toch maar iets proberen.

Het persoonlijke dat ditmaal aan de verzen kleeft,

ik hoop dat men dit niet als hinderlijk beleeft. -

 

Als het avondzonlicht uit het raam verdween,

de echo‘s van de bosuil in de verte klonken,

de eerste ster aan het firmament verscheen,

een late koe vergeefs aan het loeien was naar Pan,

het weiland helder was, in maanlicht diep verzonken,

de kachel brandde en ik mijn boek hernam, ja dan,

juist dan kwam voor mijn geestesoog de stad

waar ik al jaren lang tot lering en vermaak

de rederijkers als plezant gezelschap had.

Ik was niet als Ovidius verbannen naar een oord,

vandaar vol heimwee terugverlangend naar zijn Rome.

Ik was vrijwillig naar een streek gekomen

waarvan het dagelijks ritme mij bekoort,

in plaats van populieren en rivieren in één groots verband

zocht ik de kalmte van het Noord-Frans heuvelland.

Onbekommerd waren deze landelijke dagen,

toch was er iets wat wel een beetje bleek te wringen:

iets stedelijks ging aan mijn gemoedsrust knagen,

jawel, mijn hart ging uit naar rederijkersdingen.

De zomer van dit jaar had mij gekneveld als het ware,

een licht soort van gemis deed zich bemerken

en het Turfschip werd net als Publieke Werken

een plek om peinzend uit de verte naar te staren.

De afstand die in zo’n geval niet te vermijden is,

heeft echter ook een goede zijde, want gemis

geeft inzicht in het wezen van dat wat je ontbeert:

de essentie van de Kamer Adriaen van Bergen.

Dat je van alles van elkander leert, op allerlei gebied,

van wat er in Breda‘s’ verleden is geschied,

van letteren en kunst, reizen en retoriek,

ditjes en datjes, boeken en muziek.

We kunnen onderling heel veel beweren,

van flauwekul tot wezenlijke zaken,

we kunnen zwammen en verstandig redeneren,

grappen en grollen, produceren en zelfs provoceren,

zonder al redetwistend in de prut te raken,

want nooit zijn wij bij Adriaen van Bergen

erop uit de anderen te tergen, integendeel,

de ander in zijn waarde te laten,

dat betekent voor ons allemaal heel veel.

En dat vormt ook de achtergrond van ons blazoen,

bij schrijven en voordracht, cultuurtip en zegen,

eten en drinken en zomaar wat klieren,

kortom, bij alles wat we zoal kunnen en doen:

Vreugde in Allerlei Manieren.

O Deken, o Scrivere, Fiscaal! U allen

wens ik een avond die goed zal bevallen.

 

Factor Herman

Maandzang september

 tekst volgt

Maandzang juli

 

We leven in de hooimaand alweer een week of twee.

Een mooie naam, maar Turfschippers, wat doen we daar nu mee?

Het zegt ons niet zo bar veel meer, we leven in de stad,

en of ’t nu gras-of hooimaand is, dat boeit ons voor geen spat.

Behalve als we soms te voet, of met de bicyclette

de ommelanden binnengaan om zinnen te verzetten.

 

Nee, juli is diploma-maand, ’t examen was al eerder,

daar krijg je trouwens uitslag van en zakken doet nog zeerder.

Diploma’s leiden ons bestaan, ze geven nog meer kans van slagen,

en ook al wil je daar niet aan, de samenleving blijft verdeeld in lagen

gevormd door aktes en door bullen, maar, kunnen die de wens vervullen

van een leven vol geluk? Of maken die diploma’s ook iets stuk?

 

Als “theoretisch” wordt vertaald in “hoger”,

en “praktisch” dan in “lager” uiteraard,

wie wordt er dan gelukkig, wie is nu echt wat waard?

Iets maken met je handen geeft beslist voldoening,

hetzelfde geldt voor werken aan vergroening,

om niet te spreken nog van arbeid in de zorg.

Staat nu de samenleving borg voor soepele contracten en royaal salaris

Voor wie paraat staan als een hulpvraag daar is?

 

Anders gezegd: als je je hart en handen volgt

naar hout of groen, of naar patiënten

wordt je gekort in moog’lijkheden en in centen.

En daarmee is, hoe je het ook bekijkt,

je leven niet zo makkelijk met cultuur verrijkt:

Beeldende kunst, muziek, literatuur

maakt onontkoombaar ’t leven extra duur.

 

Daar zitten we nu, vrienden en ghesellen

die maand na maand elkaar vertellen

over boeken, poëzie, historie,

niet zelden ook nog over exposities en religie.

Leuk gestudeerd en allemaal

met gevoel vóór en interesse in onze mooie taal.

Wat zijn we begenadigd, “hoger” opgeleid,

gevestigd in een comfortabel laagje

 van onze standenmaatschappij,

en dat “vol vreugden” in de rederijkerij!

 

Le Gueux, interim maandzanger

Maandzang juni

Een maandzang mogen zingen is een voorrecht, da’s gewis. 

Zelfs als de aanleiding daartoe een droeve is:

twee hoofden van de Kamer, fiscaal en factor beide,

ontbreken nu doordat zij lijden

onder ziekte van zichzelf of eega.

De zorgen om die twee zijn mega.

We dragen deze maandzang aan hen op,

vervolgen in hun geest dit Rederijkersuur,

gevuld met kout en luim, met teksten en cultuur.

 

Een beetje buiten orde volgt hier alvast mijn tip:

“Oosterhoutse Biënnale” beveel ik aan, met stip!

Daar, in de heil’ge driehoek van drie kloosters bij elkaar,

word je vergast op kunstwerk, meest boeiend, soms wat raar.

Gevarieerd is ’t zeker, daar midden in het groen.

Intussen merk je ook nog wat de religieuzen doen.

Zie de gewijde ruimten, voor even afgestaan

aan lieden die met name voor visuele prikkels gaan.

Betreed besloten zalen en voel je soms voyeur

wanneer je je vergaapt aan vormen en aan kleur.

Het thema is “Geloven”, onduidelijk is waarin,

 al noemt de gids ons telkens de bedoeling en de zin.

Toch blijft er veel te raden, en dat ius ook maar goed.

Het gaat tenslotte om wat kunst persoonlijk met je doet.

Dat geldt ook voor de woordkunst, waarmee wij ons bemoeien.

Om ons daaraan te wijden, zal ‘k  niet langer u vermoeien.

Le Gueux, interim maandzanger