REDERIJK









Rederijkers houden zich bezig met taal en traditie; niet toevallig uit dat zich vaak in gedichten. Dit geldt ook voor de rederijkers te Breda. Voor andersoortige voortbrengsels van de kamerleden kunt u rechtsboven, onder Pagina`s, klikken op En verder..

woensdag 17 juli 2024

Maandzang juli. Ode aan het archief

Na dagen van uitzonderlijke regen
genoot ik van de zomerzon.

Niet om meer nattigheid verlegen

vroeg ik me af hoe het toch kon

dat zomermaanden van weleer,

van weken winderig kamperen,

de tenten klam van vochtig weer,

zich nu opnieuw manifesteren.

Ik had een hittegolf verwacht,

alvast een airco laten installeren

en geen moment eraan gedacht

op zoek te gaan naar winterkleren.

In deze zomer zie ik geen muziek,

behalve die van druppels op de ramen.

Ik hoop dat u dit kunt beamen,

maar toch: vergeef me, hooggeacht publiek.

Ik ben van slag en enigszins ontdaan

en heb me daardoor laten gaan.

Want deze maandzang is een tikkie hypocriet.

Zo’n zomer doet mij nauwelijks verdriet,

want juist dan kan ik naar believen

een duik nemen in stoffige archieven.

Een tropisch zwembad hoef ik niet,

ik prefereer een kast vol nostalgie,

ik houd van planken, doorgebogen

door het gewicht van de dossiers.

O, als ik half vergane mappen zie,

raak ik van binnen diep bewogen

van wat ik daar zoal in lees.

Laat anderen maar slikken, zuipen, vozen,

geef mij de knipselmappen en de dozen.

De schimmel en het stof neem ik voor lief,

als ik een duik neem in een oud archief.

Er  gaat van alles  voor mij leven,

er valt licht op de dagen van weleer,

oude geschriften zeggen je steeds meer,

het heden raakt steeds meer verweven

met de dagelijkse tred van het verleden.

Denk dan aan het Begijnhof, jezus!

Wat men hier eeuwenlang bewaart,

is een feest voor archivaris dezes.

 

Nu u een ode aan archieven hoort,

vraagt u zich vast het een en ander af.

Is de factor van het pad, gestoord,

of vandaag gewoon een beetje maf?

Ach, ietwat gek moet je wel wezen

om maandelijks een zang te presenteren.

Het ergste hoeft u echter niet te vrezen,

dat durf ik met gerust hart te beweren.

De stem die u nu hoorde in dit lied,

welnu , dat was ditmaal de factor niet.

Ik liet vandaag een ander aan het woord

en daarmee is wat u zo-even heeft gehoord

de visie van een verzonnen personage,

met zijn eigen geestelijke bagage.

Verbeelding stelt de mens hiertoe in staat,

hoewel dat toch wat vlotter gaat

als in de persoon die je creëert

een fractie van jezelf terugkeert.

Uiteindelijk laat deze maandzang dus misschien

toch een ietsepietsie van de factor zien.

In deze Kamer kan het ook geen kwaad

als je wat van jezelf dóorschijnen laat.

We zijn immers tezamen om elkander te plezieren,

dat doen we op allerlei manieren!


                    factor Herman

vrijdag 21 juni 2024

Maandzang juni

Wij van het Turfschip treden in het spoor

van hen die lange tijd hiervoor

met woord en spel de tijd passeerden,

met rijm en strofenbouw jongleerden,

in eetzaal en taveerne bivakkeerden.

Met die traditie in gedachten

zou je vanavond weer verwachten

dat we ons aan dichterlijke vormen wijden.

Dat echter leggen wij voor nu terzijde,

we stellen ons iets anders voor.

Wat denk je van een parallel bestaan?

Bijvoorbeeld dat we hier de deur uitgaan,

het ros bestijgen, de Begijnhof door

en op de grote markt gaan paraderen,

gehuld in harnas of in gouddoorregen

uitbundig geborduurde kleren.

Ademloos bekijkt men deze pracht.

Verbeelding eindelijk aan de macht.

Of we varen er met Hollands vlag op uit,

doen zeeslagje met onze Blauwe Schuit.

We gooien alle tijden door elkaar,

wat fantasie leek , is nu zomaar waar.

We maken alles wat er is tot spel,

na enig kannenkijken lukt dat wel.

We fabriceren een realiteit.

Dat deden we in vroeger tijd

met intochten vol pracht en praal,

met magnifiek gebrachte spelen

in drankovergoten landjuwelen.

 

Wij als Turfschip missen zo’n festijn,

maar blijven trouw aan retoriek,

aan poëzie, we willen echt een Kamer zijn,

al treden we niet op ‘en plein publiek’.

We zijn nu in een technocratisch heden,

maar zien de lijn met het verleden.

Dat is er zeker, continuïteit,

mede behoed door het beleid

van onze trouwe Deken Terschueren

die het Turfschip ten allen tijde

de goede kant op wist te sturen

en klippen en rotsen kon vermijden.

Zorgzaam en met zorgvuldigheid

leidde zij ons lange tijd,

stak alle energie in onze zaak.

Soms was dat enerverend,

steeds was ze voor ons in de weer.

Humor en empathie waren typerend

voor haar opvatting van deze taak.

Node legt zij nu de hamer neer.

Lieve Deken, wat heb je veel gedaan.

En al heb je nu geen hamer meer,

we zien je graag nog heel veel keer.

 

Een maandzang is, dat is zojuist gebleken,

soms ook een ode, zij het in het klein.

Een lofdicht binnen perken mag het zijn:

wij loven het verschijnsel Deken.

Wij rederijkers zouden bij voortduring

richtingloos ten onder gaan,

ware er niet der Deken sturing.

Zeg het mij nu allen hardop na:

de Deken lof, hoera hoera hoera!

 

factor Herman

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

donderdag 23 mei 2024

Maandzang mei

Wij rederijkers hier genoegelijk bijeen

staan in traditie - maar slechts met één been.

Het andere been staat in de werkelijkheid,

want rederijkers zijn ook bij de tijd,

en vroeger kozen zij luidkeels positie

ten tijde van maatschappelijke transitie.

Ook ophef hoorde dus bij de traditie,

menig gezel verloor daarbij het leven.

Waar rederijkers echter ook naar streefden,

was vervolmaking van de klank, de vorm.

Ze gingen daarin ver, hun ijver was enorm,

ambitie leidde tot complexiteit.

Dat ging ten koste van de leesbaarheid.

Bij dezen wil ik echter toch poneren

dat wij van deze vorm-drift kunnen leren.

Een strakke vorm verschaft een sterk stramien,

waardoor de inhoud beter wordt gezien.

Maar ook de vorm moet binnen perken blijven,

men hoede zich ook hier voor overdrijven.

De meester toont zich altijd in beperking,

en die zorgt hier voor effectieve werking,

want houd je je aan regels bij het schrijven,

moet je zo’n beetje binnen lijntjes blijven,

dan kun je je volledig concentreren

op wat je in de kern wilt presenteren.

Tussen haakjes, wat ik hier vertel,

is theorie, een leerdicht lijkt het wel.

Misschien lijkt deze maandzang te ontsporen,

maar toch valt hier iets zinvols aan te horen,

denk maar aan de opdracht, het rondeel,

en ook de spreekbeurt past in dit geheel.

Met deze maandzang gaan we nu dus voort.

Je zoekt een treffend woord, je schuift, je wikt,

je haalt wat weg, en dan, opeens: het klikt!

Je krijgt cadeau wat je geenszins verwachtte:

wat op papier staat, dat zijn jouw gedachten.

 

Broeders en zusters hier bijeen, gezellen,

het is u helder wat ik wil vertellen.

Ik wijs je op de kracht van het formele,

de regels van het spel, de rituelen

die kaders bieden voor ons samenzijn,

zoals de stock, het rijm, bij  het refrein, [1]

de oude functies, nog bij ons in ere,

fiscaal en scrivere, factor en deken.

Hun waarde is gemunt en keer op keer

is het gebruiksplezier ervan gebleken.

Zulke tradities bieden ons een perk.

Dit speelveld voor expressie en creatie

zet kunstenaars en dichters aan tot werk

dat eenvoud combineert met kracht en gratie.

“Dit is de ruimte waarin ik wil klinken,

laat mij één avond in uw plassen blinken”,

regels die je bij Marsman vaak herleest.

Hoe simpel en hoe raak over het leven

is wat Bloem schreef, en ik citeer: “Het is even

tussen twee stilten luid geweest.”

Een ochtend, twee geliefden in de stad.

“De toren speelde – en ’t was of alles had

de tere kleur en klank van ’t vreemd bewogen

zwijgende leven van je glanzende ogen.”

Martinus Nijhoff heeft dit vers geschreven,

en zo eenvoudig als het hier nu staat,

het is iets wat niet zonder de traditie gaat.

Quod erat demonstrandum, dames en heren.

Laten wij ons nu tot de agenda keren.

 

Factor Herman



[1] de term ‘stock’ betreft de telkens herhaalde regel(s) in het rederijkers-refrein

 

woensdag 17 april 2024

Maandzang april



 

 

Hoe de middeleeuwse troubadours

bij het bezingen van hun vrouwe

zich door de vogels lieten inspireren,

dat maakt mij enigszins jaloers,

want de natuur is niet de oude.

Hoezeer wij vogel, vlinder, bloem

ook welgemeend mogen waarderen,

hun lot is nauwelijks te keren,

op vele soorten rust een doem.

De lentezon die ons in warmte hult,

toont ook ontregeling, er is

met de natuur iets grondig mis.

Het blijft niet bij natuur alleen,

de Kamer zelf is van gepeins vervuld:

een trouw gezel ging van ons heen.

 

Zonder dit alles te verdringen

wil deze maandzang nu bezingen

wat passend is bij het seizoen

en zinvol wordt gesymboliseerd

in het ontwerp van ons blazoen.

Opvallend is daarin het groen,

de kleur die zich manifesteert,

uitbundig, in de wereld om ons heen.

De kleur die wijst op vruchtbaarheid,

dat sterven steeds toch tot vernieuwing leidt.

Maar groen wijst ook op jaloezie, bederf,

al doet dat voor de Kamer niet ter zake.

Zoals uit kale grond het prille groen oprijst,

zo weet het Turfschip, al zo vaak in nood,

toch steeds weer vaart te maken.

We maken het weer mee: man overboord.

Herinneringen zijn onze scheepslijnen

en weemoed is voor ons de kapitein,

zo varen we naar nieuwe einders voort.

 

Daarnaast kleurt ons blazoen zich rood,

de warme kleur van enthousiasme,

van de uitbottende vitaliteit,

van al wat zich aan kracht optaste

zijn energie diep in de grond bewaart

en dan tevoorschijn komt in maart.

Rood is de kleur ook van het bloed,

hoe cynisch het ook wordt verknoeid

in de waan van slagveld en van strijd.

Wij rederijkers zijn niet van het staal,

en je kunt ook niet beweren

dat wij bezeten zijn van oorlogstaal.

Maar wat wij juist wel sterk waarderen

is de kunst de dingen om te keren,

de wellevenskunst van het relativeren.

Ons denken moge verre zijn van star,

daarom toont ons blazoen de nar.

Vooruit, turfschip, kies het ruime sop.

Intussen zet de nar, zoals het hoort,

alle dingen listig op hun kop.

Alles heeft een randje, net als het blazoen,

daar moeten we het maar mee doen.

Vreugde zoekend in het woord

vaart het Turfschip moedig voort!

 

factor Herman

 

 

donderdag 28 maart 2024

IN MEMORIAM HERBERT COTTERELL (1949-2024)

 Ach, je vertrok, het ging  zo snel.
Gastvrij, geestig van tijd tot tijd,
we missen je welsprekendheid.
We missen Herbert Cotterell.

Deze regels vergezelden onze bloemen bij de begrafenis.

zaterdag 24 februari 2024

Maandzang februari

De winterse tijden hebben we gehad.

Elfstedentocht? Zat er niet in.

Het is of het voorjaar begint,

er bloeien bomen in de stad,

je hoort de vogels alweer zingen.

Sneeuwpret en ijs worden herinneringen

aan prentenboekverleden.

We zouden wellicht anders willen,

maar tussen seizoenen verdwijnen verschillen.

U hoort het, waarde kamerleden:

er is een tegenstelling met het heden.

Hiermee betreedt de maandzang het terrein

van de contrasten die er zijn,

in de natuur, in heel het bestaan.

Dag en nacht, zon en maan,

alles heeft zijn tegenwicht.

Zo kun je nog verder gaan,

want één ding staat vast:

waar je ook kijkt, er is contrast.

Dat wordt dan een ware enumeratio,

maar die krijg je van de factor cadeau.

Het wezen van de antithese, daarom gaat het.

Voor ons leven is het van eminent belang

dat alles bestaat uit yin en yang,

want in de tijdeloze dans van deel en tegendeel

vindt men de balans, verkrijgt men een geheel.

Je kunt het ook anders beschouwen

en meer op het tijdsverloop bouwen.

Iets wat zich voordoet op enig moment

is dan een these, zoals bekend.

Die these brengt weer een reactie voort:

de antithese, zoals je vast al hebt gehoord.

Wat er dan gebeurt, is gehaaid:

een synthese wordt in elkaar gedraaid:

een combinatie van de tegendelen.

Zo stijg je naar de volgende trede,

een stijgende lijn van het verleden

naar de tijd voorbij de horizon.

Wat dus enkelvoudig begon,

krijgt steeds een hoger niveau.

Met onze Kamer ging het ook een beetje zo.

Vreugdendal kende niet altijd vrede,

maar hernam zich telkens weer

en beklom toch weer een trede

op de trap van kennis en plezier.
Maar Vreugdendal verdween uit het vizier,

leegte in Breda, dus: antithese.

De Kamer echter (synthese!) is herrezen

Daarom zitten we nu vredig hier,

en we kunnen allemaal beamen

dat we ons niet voor de Kamer schamen.

Alles tussen vertier en cultureel belang,

vind je hier, samen met voordracht en zang.

Onder de aandacht breng ik ook graag:

de stap-op-de-trede van vandaag.

Minder dan ooit is er stagnatie,

want er is weer een inauguratie.

De gelederen worden versterkt,

hier wordt aan de toekomst gewerkt!

Heb je dat nog niet gemerkt,

dan moge dat straks blijken,

als we in de kannen kijken.

 

factor Herman

 

woensdag 17 januari 2024

Maandzang januari

De bomen waren even wit, zijn nu weer kaal.

De wintertijd is vochtig, klam, en al die wind!

Maar binnen voelen wij ons welgezind,

al koutend in de ons vertrouwde zaal.

Wij maken deel uit van een oud verhaal,

misschien dat je het zelfs een sage vindt.

Deze geschiedenis is kamerbreed

en gaat een eeuw of vijf al terug,

zoals een ieder van ons weet.

Stel dat je nu naar voren vlucht,

vanuit een verre toekomst kijkt

naar onze Kamer in Breda,

wat denk je dat dan blijkt?

Mijn avatar, generaties later,

zeg maar 2110,

slaat de bronnen erop na.

Het waren rederijkers, staat er,

een kleine Kamer, zo te zien,

nazaten van het oude Vreugdendal,

Adriaen van Bergen in hun naam.

In weerwil van hun klein getal

verkregen zij enorme faam.

Toen zij 25 jaar bestonden,

werd dat overal een feest gevonden.

Hun modus operandi was nogal uniek.

Zij blonken uit in poëzie en retoriek.

Zelfs in de hoofdstad was de Kamer in de gratie,

het Turfschip gaf de toon aan met zijn conversatie,

het onderling plezier, de zittingen vol inspiratie,

en van dit alles was het toppunt zonder meer

het met, toen al verboden, drank begoten maal.

Men erkende dat in Brussel keer op keer,

het was een voorbeeld, zeker wel,

voor het hele cultureel bestel

dat groeide in de Europese regionen.

De leden van het Turfschip werden tot iconen.

 Van alles wat mijn avatar nu had gevonden

was hij onder de indruk, lichtelijk opgewonden.

Vervolgens keek hij naar een digitale knop

en riep daarmee al de gezellen op.

Dit mythische gezelschap zag je nu verschijnen,

één voor één, levensecht, als hologram,

dat op het punt stond te verdwijnen

als de volgende tevoorschijn kwam.

Zo zag mijn avatar de grote Cotherell,

zijn retoriek kende een ieder wel.

De volgende: de eeuwig blonde Verschueren,

alom bekend als meester in het besturen.

Meteen hoorde je prachtige zinnen klinken,

het was Joop, ook bekend als de Blinkende.

Bebaard en wel zag je vervolgens De Geusch,

in korte poëzie alom gezien als reus.

En daar was Herman, op het continent

om zijn opdrachten berucht en bekend,

gevolgd door Annet, om haar wijsheid beroemd,

bij cultuur en bestuur werd hààr naam genoemd.

Daar verschijnt de gestalte van: Leonie.

Voor scherpe analyses met een vleugje ironie

bekend van Bari tot Oslo, laat staan de Baronie.

Wie komt daar naar voren zweven, het is hem echt.

Marius zelf, die het fundament heeft gelegd

voor de input der Kamer op het terrein van cultuur.

Al snel verdrongen door de volgende gezel,

de ware Fransoos van het illustere stel,

Bart zelve, groot kenner van al wat Frans is.

Voordat je denkt dat er op meer geen kans is,

komt er nog een gezel tevoorschijn, Jeanette,

op ethisch-cultureel gebied een ware vedette.

Ook zij verdween, als laatste, van het toneel.

Het werd de avator bijna te veel,

deze historie van mythische allure.

Terug naar het heden, geliefde gezellen.

Het voordeel van mythen, dat kun je wel stellen,

is dat de proporties geen grenzen kennen

en dat je zo de opties kunt verkennen,

en onvermoede kanten leert waarderen,

terwijl zich diepere lagen manifesteren,

waardoor je naast dichtkunst en retoriek,

houvast vindt in ooit verborgen symboliek.

De realiteit echter, zul je toch beamen,

is dat wij anno nu ter plekke zijn, tezamen!

 

factor Herman