Portretten kijken aan de wand
misprijzend
van eeuwen her op ons, aan tafel,
neer,
stilzwijgend op het relatieve
wijzend
van ons gedoe, want al wat is, keert
weer
en hoe wij ook de diepte willen
peilen
van oude tekst of eigentijds verhaal,
mentaal zijn wij met open kraan aan ’t
dweilen.
En op den duur verdwijnt het
allemaal
in het ondenkbaar diep en ijl ravijn
waar lotgenoten uit ons ver verleden
met oeroud sterrenstof verbonden
zijn,
toch ook onpeilbaar reikend in het heden.
Wij kunnen beter maar de tijd
vergeten
en al die tekens aan de wand
negeren,
in goed gezelschap heerlijk
redeneren
en dat bezegelen met drank en eten.
Maar of dat werkt, zou ik zo nog
niet weten.
Je denkt misschien dat je de tijd
kunt keren,
maar vergelijk geen appelen met
peren,
want tijd kun je niet grijpen, zelfs
niet meten
Tijd laat zich niet instrumenteel
hanteren.
Vadertje Tijd trekt nevels door je
dromen;
tijd is een stroom met oeverloze
zomen
en tijd kan meesterlijk manipuleren,
wat vroeger was binnenstebuiten
keren.
Je eigen leven raakt ondersteboven;
beelden van vroeger zijn niet te
geloven;
je hersens kunnen alles wel beweren.
Daarbij houdt tijd ook nog van
repeteren:
er is nog steeds niets nieuws onder
de zon;
we krijgen weer wat ooit opnieuw
begon,
herhalen fouten zonder bij te leren.
Bezie onszelf vanuit dit
perspectief.
Ooit bloeide Vreugdendal in onze
stad;
hoelang heeft men geen Kamer meer
gehad?
Toen kwam men tot een nieuw
initiatief,
er leek een nieuwe bloeitijd aan te
breken.
Naar het blazoen werd met respect
gekeken;
het leek een groeiend aantal aan te
spreken
maar is niet tegen tijd bestand
gebleken.
Nu echter is de Kamer uit haar as
Phoenix-gelijk herrezen, klein,
gedreven.
Het woord klinkt of het nooit
verdwenen was,
Laat oude tijden eigentijds
herleven!
factor Herman, 19-9-17