We leven in de hooimaand alweer een week of twee.
Een mooie naam, maar Turfschippers, wat doen we daar nu mee?
Het zegt ons niet zo bar veel meer, we leven in de stad,
en of ’t nu gras-of hooimaand is, dat boeit ons voor geen spat.
Behalve als we soms te voet, of met de bicyclette
de ommelanden binnengaan om zinnen te verzetten.
Nee, juli is diploma-maand, ’t examen was al eerder,
daar krijg je trouwens uitslag van en zakken doet nog zeerder.
Diploma’s leiden ons bestaan, ze geven nog meer kans van slagen,
en ook al wil je daar niet aan, de samenleving blijft verdeeld in lagen
gevormd door aktes en door bullen, maar, kunnen die de wens vervullen
van een leven vol geluk? Of maken die diploma’s ook iets stuk?
Als “theoretisch” wordt vertaald in “hoger”,
en “praktisch” dan in “lager” uiteraard,
wie wordt er dan gelukkig, wie is nu echt wat waard?
Iets maken met je handen geeft beslist voldoening,
hetzelfde geldt voor werken aan vergroening,
om niet te spreken nog van arbeid in de zorg.
Staat nu de samenleving borg voor soepele contracten en royaal salaris
Voor wie paraat staan als een hulpvraag daar is?
Anders gezegd: als je je hart en handen volgt
naar hout of groen, of naar patiënten
wordt je gekort in moog’lijkheden en in centen.
En daarmee is, hoe je het ook bekijkt,
je leven niet zo makkelijk met cultuur verrijkt:
Beeldende kunst, muziek, literatuur
maakt onontkoombaar ’t leven extra duur.
Daar zitten we nu, vrienden en ghesellen
die maand na maand elkaar vertellen
over boeken, poëzie, historie,
niet zelden ook nog over exposities en religie.
Leuk gestudeerd en allemaal
met gevoel vóór en interesse in onze mooie taal.
Wat zijn we begenadigd, “hoger” opgeleid,
gevestigd in een comfortabel laagje
van onze standenmaatschappij,
en dat “vol vreugden” in de rederijkerij!
Le Gueux, interim maandzanger