Er waren plannen bij de vleet,
hetgeen ik in verslagen las.
Men dacht aan retoriek en men dacht aan toneel,
maar liefst toch niet in het gareel
van het roemruchte JvL.
Sommigen lieten daar weinig van heel.
Al stond het een aantal leden echt niet aan,
het Turfschip Adriaen van Bergen zou voortaan
als naam in de notulen staan.
Vanuit het Vreugdendal gevaren
zou men als Turfschuit verdergaan.
De eerste zitting vond plaats waar wij nu zijn,
die fraaie oude zaal en ja, men vond dat fijn.
Al voelde men zich geen begijn,
dit was the place to be voor de gezellen,
en historisch gezien geheel in de lijn.
Er kwamen leden bij, de Kamer groeide gestaag.
De maandzang was al traditie en ieder dichtte graag.
Op één punt was er een prangende vraag:
bleef eten bij Humphrey’s een goed idee?
Misschien minder voor de oren dan voor de maag.
Daarover bleef de Kamer stevig debatteren,
want spijs en drank vonden de dames en heren
iets waar eloquentie op kon teren.
Intussen trad schrijver dezes aan,
en die kon waarderen wat zich hier manifesteerde.
Tegen het einde van dat bruisend jaar
kreeg Herbert (of was het Martin?) het voor elkaar:
in het hofje maakte Hettie eten klaar,
een smakelijk maal, ter plekke geserveerd.
Een heerlijke traditie begon toen en daar.
De jaren lieten Kamer-breed hun sporen na.
Er waren gezellen die zeiden: “Ik ga!”
Maar de Geest van de Kamer sprak: “Ik besta,
en zonder kijven, gezeur en blabla
ben ik de beste club van Breda!”
De Keizer indachtig gaan we dus door,
in vererlei opzicht nog steeds in zijn spoor.
We nemen ons altijd van alles voor.
Tradities blijven èn evolueren.
En wij blijven elkanders beste gehoor.
factor Herman, mei 2022
Inhoudelijk heb ik deze maandzang gebaseerd op de verslagen van de eerste jaren, te vinden in ons archief. Naar de vorm was de strofenbouw van Bredero’s BOEREN-GEZELSCHAP het uitgangspunt. Dat lied begint als volgt:
Arent Peter Gysen, met Mieuwes, Jaap en Leen
En Klaasjen, en Kloentjen, die trocken t’samen heen,
Na ’t Dorp van Vinckeveen:
Wangt ouwe Frangs
Die gaf sen Gangs, [ganzen steken dus die rijdend van een paal af zien te krijgen]
Die worden of ereen.