REDERIJK









Rederijkers houden zich bezig met taal en traditie; niet toevallig uit dat zich vaak in gedichten. Dit geldt ook voor de rederijkers te Breda. Voor andersoortige voortbrengsels van de kamerleden kunt u rechtsboven, onder Pagina`s, klikken op En verder..

woensdag 16 maart 2022

Maandzang maart

Maandzang maart

 

Wanneer een opengeslagen krant

begint te smeulen aan de rand

staat in no time al het papier in brand.

Vergaat het zó ons mooie werelddeel?

Zijn marges zijn inmiddels strijdtoneel.

We horen hier de krijgsmachine

dreunen in het oosten, het verre Oekraïne,

waar grijsaards sterven onder balk of steen,

waar burgers flessen werpen met benzine.

Toch is er ook in deze wankelende tijd

traditie nodig, continuïteit.

Wij als gezellen zijn dan ook opnieuw bijeen

in de vertrouwde ruimte van het hof.

De ruiten in de ramen trillen en wie luistert

hoort dat de wind berichten fluistert

over steden die vergaan tot stof.

En zeker willen wij dat niet vergeten,

wij stoten niet de glazen stuk tegen elkander

om te vergeten waar het hart om weent.

Wij kunnen immers uit ervaring weten

dat wij, gezellen, hiermee niet alleen

staan, want in de ogen van de ander

staat in elke zitting weer te lezen

dat wij in het voortgaan van de tijd

slechts winnen aan betekenis en helderheid

als we, in gebaar en woord, synthese

betrachten van wat was en wat gaat komen.

Gebaren uiten onze medemenselijkheid,

het woord draagt de beschaving voort.

En ach, dat woord, dat kunnen wij gezellen

toch aan elkaar zo wonderschoon vertellen;

in onze opperbeste tafelpraat

hebben wij zoveel fijns en fraais paraat.

Wij willen graag dat dit zo verder gaat,

en daarom zijn wij deze avond zeer verguld

met de inbreng van Annèt. Laat nu dit lied,

duister begonnen, in onheilszwangere verblinding,

toch licht en open eindigen en wel met hulde

voor het nieuwe lid, dat voor verbinding

zorgt met dat wat was

en dat wat ligt in ver verschiet.

 

Factor Herman maart 2022

 

Maar als de winden langs de daken huilen,

Vergeet, vergeet waar ons zwak hart om schreit,

Lach en stoot glazen stuk tegen elkander. 

    Ui:t Het souper, in Vormen, Nijhoff (1924)