Stel je voor dat ik nu aan zou vangen
met een onbegrijpelijke zin
zo een waarmee geen maandzang ooit begint.
Al kun je vragen wat bij dit soort zangen
de norm is, want in rederijkerstaal
wordt een en ander dikwijls omgekeerd
en is wat elders raar is vaak normaal.
Met rederijkers zit je al snel in ’t
schip,
of dat nu blauw is of gevuld met turf. *
De nar is stuurman, hij ziet koers noch
klip,
ik weet niet of ik deze reis wel durf,
als rederijker heb ik toch mijn punt
gemaakt:
dit rijm heeft kant noch wal geraakt.
Maar evenmin heb ik nu waargemaakt
wat ik in het vooruitzicht heb gesteld,
een zin waaraan geen touw is vast te
knopen.
Want wat ik net heb voorgelezen,
al was het niet normaal, zo mag ik hopen,
echt onbegrijpelijk kan het niet wezen.
Hetgeen ik echter wilde presenteren
was onzin, flauwekul, niet meer dan ga-ga.
**
Dat ga ik nu alsnog maar eens proberen,
want een mislukking is mijn eer te na.
Wat niet
kan, ook al sta ik op mijn kop,
is met zo’n zin beginnen, want die plek
in dit gedicht is al vergeven en dus op,
en hier
een eerste zin is al te gek.
Beschouw wat volgt dus niet als een begin,
maar wel als een volslagen nonsens-zin.
“De rede hamert loos uit het verleden.”
Grijpt menigeen nu naar zijn telefoon
om snel de noodhulp aan te laten treden?
Beperkt u zich toch liever tot wat hoon,
om zoveel pseudo-literair vertoon?
Dat zou een klein succes zijn in mijn
streven
om in de kring van een hoogstaand publiek
een idee van het effect te geven
van ontsporing van de semantiek.
Bij nader inzien is er een nuance,
want “on-“ is een ontkennend stukje woord,
en on-zin is gespeend van zin, dat
spreekt,
maar, en nu vraag ik uw coulance,
grammaticaal is er niets wat ontbreekt
en dat is iets wat mij een beetje steekt,
dat de gedachte wordt geaccepteerd,
dat er volslagen nonsense wordt beweerd
ook als er aan zinsbouw niets mankeert.
Nee, beter is het in de politiek
want daarin kan een spreker ongestoord
en zonder veel waarachtige repliek
’t gehoor bedwelmen met de macht van ’t woord,
hoezeer daarin de onschuld wordt vermoord
en de zin
in vage damp gesmoord. ***
Ach, Prince, ik moet mij naar uw wijsheid
richten
en niet meer voor ’t gedoemd verlangen
zwichten
om met de taal een kul-staat op te
richten,
en onzin weren uit al mijn gedichten.
factor Herman
* de Blauwe Schuit resp. Het Turfschip Adriaen van
Bergen
** 'Verder lezen heeft geen zin, er staat geen zinnig
woord meer in.' (John O’Mill)
** * 'en de zon wordt er langzaam in grijze,
veelkleurige dampen gesmoord' (Marsman)