kan ik
u naar geweten vertellen
dat ik
behoorlijk werd geraakt
door
wat zoal bekend is gemaakt
in
kranten, op Twitter en op de buis:
onheil
alom, dreigende luchten,
burgers
die hun huizen ontvluchten
en een
oorlog niet ver van huis.
Op weg
naar de zitting - het zonlicht werd
vaal,
het
boomblad verrotte op het trottoir –
dacht
ik aan regens van staal,
aan
het lot, voor menigeen zwaar.
Vervolgens
werd het licht in het zwerk,
mijn
rijwiel kwam bij het doel van de tocht,
doorkruiste
het park en na nog een bocht
stond
daar de poort naast de Waalse kerk.
En
hoeveel ellende de kranten ook kenden,
vanavond
kwam het betere werk:
als
rederijkers staan we sterk.
De rest
kon wachten in het duister daarbuiten.
Want:
Al
huilt de hemel tranen met tuiten,
al
slaan de winden ons om de ruiten,
in
onze Kamer moet je zijn,
“Turfschip
for ever” is ons refrein.
Ook in
ons kleine vaderland
is er
van alles aan de hand,
hapert
de energietransformatie,
maken
we ruzie over migratie,
spreekt
de volksmenner mafketels toe,
neemt
Van de Plas het op voor de koe,
knijpt
de premier er al tussenuit,
schuift
men de toekomst voor zich uit,
is men
bang voor te nieuw geluid,
gaat
men voort op de oude voet.
Al
stijgt het water meer en meer,
gaan
Xi en Poetin flink te keer,
we
hebben alles wat we wensen,
we
sluiten de ogen en de grenzen.
Ach,
vindt u dit somber van toon,
beloon
mijn zang toch niet met hoon,
want
ik heb heel goed in de gaten
dat
wij het niet hierbij gaan laten.
Een
nieuwe lente dient zich aan
voor
hen die naar de zitting gaan.
Wij
trekken het op ons fatsoen
en
gaan het binnen beter doen
dan
het gedonderjaag daarbuiten.
Want:
Al
huilt de hemel tranen met tuiten,
al
slaan de winden ons om de ruiten,
in
onze Kamer moet je zijn,
“Turfschip
for ever” is ons refrein.
we
zetten tradities van eeuwen her voort,
Daar
blijft het niet bij, we worden ook blij
van Annie MG Schmidt of Hans Faverey.
We beminnen
de “rhetorique”,
we
kennen ook onze klassieken,
schilderkunst,
architectuur,
wij
gaan voor alles door het vuur,
en
sommigen zijn ook echt niet bang
voor
een duet of andere vorm van zang.
Ach
man, als je hoort hoe wij hier praten,
- maar
nee, hier zal ik het bij laten,
ik ga
niet door op deze toer,
want
wij van Adriaen van Bergen
willen
het publiek niet tergen
met
erudiet geouwehoer.
Te
meer daar men niet meer wil lezen,
van
boeken is ons land genezen,
men
zit maar schermpjes door te scrollen,
op
Tiktak en Instagram te dollen,
een
bladzij tekst moet je vermijden,
laat
staan het werk van Van der Heijden.
Misschien
is dit wat overdreven,
en
ieder leeft zijn eigen leven,
ik
houd me hier nu ook maar buiten.
Want:
Al
huilt de hemel tranen met tuiten,
al
slaan de winden ons om de ruiten,
in
onze Kamer moet je zijn,
“Turfschip for ever” is ons refrein.
factor Herman