REDERIJK









Rederijkers houden zich bezig met taal en traditie; niet toevallig uit dat zich vaak in gedichten. Dit geldt ook voor de rederijkers te Breda. Voor andersoortige voortbrengsels van de kamerleden kunt u rechtsboven, onder Pagina`s, klikken op En verder..

woensdag 18 december 2024

Maandzang november 2024

 Als je, komend van de Catharinastraat,

de poort van het Begijnhof binnengaat,

lijkt het of de tijd stilstaat,

of alleen dit stille hof bestaat.

Tijd is een merkwaardig fenomeen.

Soms raakt een dag zomaar verloren,

soms gaan uren veel te snel;

dat besef kent menigeen.

Tijd zit mogelijk alleen

in ons hoofd, “tussen de oren”.

Als wij rederijkers samen zijn,

vliegt de tijd tussen de vingers door.

Maar heb je het niet naar je zin

dan zit er echt geen tempo in

en sleept de aandacht zich maar voort.

Zoals het een leerling soms vergaat

in een duf en troosteloos lokaal

waar de man die daar vooraan staat,

elke kans op afleiding vermijdend,

doorgaat met een eindeloos verhaal.

Kennis is geweldig maar zoooo saai.

Buiten wenkt de voorjaarszon verleidend,

maar de tijd is stug, onwrikbaar, taai,

stelt het einde van de schooldag uit,

ook al is het echt genoeg geweest

en zie je school niet als een feest.

Zo’n dag duurt uren, uren, uren.

Maar gaat dan toch de laatste bel,

dan legt de tijd je in de luren,

want opeens gaat alles snel,

alsof de dag niet kort genoeg kan duren.

Het is met Tijd maar raar gesteld.

Hij gaat voorbij, zoveel staat vast,

ook als je geen minuten telt.

Laat onze astronomen maar beweren

dat we heel goed kunnen registeren

hoeveel tijd er is verstreken

sinds het sterrenlicht begon

met de reis naar onze streken,

toch ervaren wij als leken

deze rekenwijze soms als krom,

omdat wij het liefste denken

aan sterren die naar ons persoonlijk wenken.

Krom was het toch al, Einstein voorop,

de buiging van het licht in het heelal,

het zet je denken op zijn kop.

Erg relatief, ja, dat is zeker het geval.

Gaan verloren uren nergens heen?

Alle verwarring hier ten spijt,

voor factor dezes wordt het nu wel tijd

een andere dimensie aan te kaarten,

van het hier bezongen fenomeen.

Tijd is een factor van ritmiek,

een onderdeel van dichtkunst en muziek.

We hebben allen immers in de gaten,

dat tempoloos geen lied kan klinken,

zoals wordt vastgelegd in maten,

wat evenzeer geldt voor de poëzie.

Daar heb je ook antimetrie,

zodat de snelheid ook kan variëren.

Tempo en tijd moet je waarderen,

dat blijkt bij menig muzikaal genie.

 

Bezie mijn lied hier als een kleine reis

door de krochten van de tijd.

Misschien maakte ik me dingen wijs,

heeft dit gedicht tot niets geleid,

was het niet meer dan een beslag op tijd.

Maar toch, wie het Begijnhof kent,

is aan het stilstaan van de dag gewend.

Mochten wij  gezellen weer bereiken

dat de tijd die onze zitting doet verstrijken,

bijdraagt aan ons welzijn, de cultuur,

dan is mijn vreugde niet van korte duur.

Ik dank u allen voor de tijd die is genomen

om deze factor aan het woord te laten komen.

 

                        Herman

woensdag 16 oktober 2024

Maandzang oktober

 Wij rederijkers zijn altijd vol vuur

als het gaat om taal en om cultuur

en al zijn wij weinig in getale,

we hebben ruim genoeg verhalen.

Onze Kamer levert bovendien,

strikt vanuit de tijd gezien,

vanaf de start van Vreugdendal

in aantal levensjaren al met al

een respectabel groot getal.

Niet allen zijn wij bèta van nature,

rekenkundig reiken wij niet hoog.

Formules? Het zal onze tijd wel duren,

wij vinden algebra soms wel wat droog.

Toch, bij gedichten en in retoriek

zit er in een cijfer vaak muziek.

Dat leerden wij al van die oude Griek,

al lijkt die kennis nu verloren:

in de kringen van sterren en planeten,

hoort de sterveling hemelse koren.

Ooit heeft de mens daarvan geweten,

maar wie het wil kan het nog horen.

Ook in gedichten zit het getal,

denk aan het klinkdicht met zijn val

tussen het octaaf en het sextet,

8 en 4 dus;  wie dat heeft gered,

nou, dat die bij dezen weet:

zo een mens is waarlijk een poëet.

- Ook kinderpoëzie geeft veel plezier.

Een twee drie vier, hoedje van papier,

je komt hier en daar nogal wat tegen

Vijf, zes, zeven, acht en negen,

wie goed telt krijgt geen gemier.

Tientallen tot minstens honderd,

dat gaat meestal wonder boven wonder

heel erg goed maar het gedonder

begint bij delen. Breuken, ach daarvan

heeft het Turfschip wel geweten.

De wijsheid zat echt in de kan

toen de Kamer werd gespleten.

O, bij die gedachte word ik ziek.

Nee, dan liever de kabbalistiek.

O, het getal, o kosmische mystiek.

Voor ons geldt dan de twee en ook de drie.

Verbinding, samenwerking, dat is twee.

De drie sluit daarbij aan: het creatieve.

En daar kunnen wij wat mee.

Wij als Kamer hebben toch niets liever

dan elkaar van alles te vertellen.

Hoe graag plezieren wij alle gezellen.

Dat doen we deze avond vast ook weer.

 

PS De factor was inmiddels 56 keer

met de maandzang in de weer.

Help, denkt de Kamer, dat nooit meer!

Voel je je geroepen, solliciteer!

 

factor Herman

 

getalsmatige dichttip van Le Gueux:

 

Op een ree

 

Een ree bereidde voor de grap

gezeefde karnemelksepap.

Doch zelden zeefde deze ree

daar meer van dan een fles of twee

Zij sprak: “Ik kan er toch niet even

zo een twee drie vier vijf zes zeven!”

 

Kees Stip

 

 

 

 

 

 

maandag 23 september 2024

Maandzang september

Cultuur is voor die linksen uit de steden,

en dan, wat is cultuur nog in dit land?

Wat rekwisieten uit een ver verleden

of rare woorden in bizar verband.

Geef mij maar een BN’er op tv,

zo’n mooie meid die dat leuk presenteert.

En met een spreekkoor voel ik soms wel mee,

een beetje sarren is echt niet verkeerd.

Gelukkig hebben wij een kabinet

dat oog heeft voor de ware Nederlander.

Ten langen leste krijgt Jan met de Pet

in het Binnenhof een medestander,

iemand die glashard zegt waar het op staat,

schijt heeft aan al die Haagse pakken.

Die illegalen zetten we op straat,

om ze vervolgens uit het land te kwakken.

Bleek wordt de smoel van al die groen-profeten,

als ze beseffen dat niemand hen hoort.

Ze hebben al hun tijd aan slappe hap versleten,

nu gooit Den Haag hun studies overboord.

- Dit is de ruimte waarin ik wil leven,

de grenzen dicht, de koeien in de wei,

als het straks kan, dan rijd ik alle teven

met 130 overdag gewoon voorbij.

Hier ben ik thuis, dit is mijn land, mijn volk.

Wat ze ginder doen, zal mij om het even wezen.

Het is hier schoon, nergens een stikstofwolk.

- Laatst was er wel gedoe in het buurtcafé,

een pinnig wijf las daar gedichten voor,

geen rijmwoord heb ik in haar tekst gehoord,

dus wat ze ermee wilde, geen idee.

Wat ik, eerlijk gezegd, nu prefereer,

zijn de echte waarden van dit land:

in de file met mooi zomerweer

naar Zandvoort om te zonnen op een strand.

En ’s avonds thuis bier bij de BBQ,

en als cultuur een mooi programma toe.

 

Factor Herman

 

 

 

 

woensdag 17 juli 2024

Maandzang juli. Ode aan het archief

Na dagen van uitzonderlijke regen
genoot ik van de zomerzon.

Niet om meer nattigheid verlegen

vroeg ik me af hoe het toch kon

dat zomermaanden van weleer,

van weken winderig kamperen,

de tenten klam van vochtig weer,

zich nu opnieuw manifesteren.

Ik had een hittegolf verwacht,

alvast een airco laten installeren

en geen moment eraan gedacht

op zoek te gaan naar winterkleren.

In deze zomer zie ik geen muziek,

behalve die van druppels op de ramen.

Ik hoop dat u dit kunt beamen,

maar toch: vergeef me, hooggeacht publiek.

Ik ben van slag en enigszins ontdaan

en heb me daardoor laten gaan.

Want deze maandzang is een tikkie hypocriet.

Zo’n zomer doet mij nauwelijks verdriet,

want juist dan kan ik naar believen

een duik nemen in stoffige archieven.

Een tropisch zwembad hoef ik niet,

ik prefereer een kast vol nostalgie,

ik houd van planken, doorgebogen

door het gewicht van de dossiers.

O, als ik half vergane mappen zie,

raak ik van binnen diep bewogen

van wat ik daar zoal in lees.

Laat anderen maar slikken, zuipen, vozen,

geef mij de knipselmappen en de dozen.

De schimmel en het stof neem ik voor lief,

als ik een duik neem in een oud archief.

Er  gaat van alles  voor mij leven,

er valt licht op de dagen van weleer,

oude geschriften zeggen je steeds meer,

het heden raakt steeds meer verweven

met de dagelijkse tred van het verleden.

Denk dan aan het Begijnhof, jezus!

Wat men hier eeuwenlang bewaart,

is een feest voor archivaris dezes.

 

Nu u een ode aan archieven hoort,

vraagt u zich vast het een en ander af.

Is de factor van het pad, gestoord,

of vandaag gewoon een beetje maf?

Ach, ietwat gek moet je wel wezen

om maandelijks een zang te presenteren.

Het ergste hoeft u echter niet te vrezen,

dat durf ik met gerust hart te beweren.

De stem die u nu hoorde in dit lied,

welnu , dat was ditmaal de factor niet.

Ik liet vandaag een ander aan het woord

en daarmee is wat u zo-even heeft gehoord

de visie van een verzonnen personage,

met zijn eigen geestelijke bagage.

Verbeelding stelt de mens hiertoe in staat,

hoewel dat toch wat vlotter gaat

als in de persoon die je creëert

een fractie van jezelf terugkeert.

Uiteindelijk laat deze maandzang dus misschien

toch een ietsepietsie van de factor zien.

In deze Kamer kan het ook geen kwaad

als je wat van jezelf dóorschijnen laat.

We zijn immers tezamen om elkander te plezieren,

dat doen we op allerlei manieren!


                    factor Herman