REDERIJK









Rederijkers houden zich bezig met taal en traditie; niet toevallig uit dat zich vaak in gedichten. Dit geldt ook voor de rederijkers te Breda. Voor andersoortige voortbrengsels van de kamerleden kunt u rechtsboven, onder Pagina`s, klikken op En verder..

maandag 27 oktober 2025

Maandzang oktober, waarin met een boom wordt gesproken

Vandaag heb ik een oude boom gehoord. 
Hij was als eikel uit een vogelbek 
gekieperd, plofte neer op deze plek,
waar hij door niets en niemand werd gestoord,
in de beschutting van een stenen muur.

Iets kleins ontwikkelt zich in de natuur

soms tot iets groots, als het de tijd maar krijgt,

ontkomend aan wat beesten doen, of mensen.

Vooral de mens, die vaak wat groeit bedreigt,

geen last ervarend van morele grenzen,

noch van fysieke weerstand, nu techniek

een handje helpt, steeds meer geavanceerd,

de mens dus, die zo vaak de groei verziekt.

Maar deze eikel, goed gecamoufleerd,

heeft zich vanonder mos en dorrend blad

van prille spriet ontwikkeld tot een stam,

zo hoog dat hij na jaren groei uitkwam

boven de daken van de binnenstad.

Jaar in jaar uit staat hij daar eik te wezen.

Zijn takken werpen schaduw op het hof,

waar nu toeristen social media lezen;

ooit zongen de begijnen daar het lof,

lang voordat onze eikel was geland.

Maar toch, de eik staat hier al lang genoeg

in het park, weet van de hoed en van de rand.

Toen ik hem naar zijn wedervaren vroeg

verhaalde hij van wat hij langs zag komen,

welk volk hij door de poort zag gaan.

Backpackers zag hij wazig zitten dromen,

en jonge vrouwen bij de huisjes staan.

Vaak knielde iemand bij de kruidentuin,

een ander zag je soms een kruisje slaan.

- Vanaf pakweg een jaar of tien geleden

viel het hem op dat elke maand één keer

bejaarden op hun fietsen binnenreden

en achteraan verdwenen in een zaal.

Ze waren daar een paar uur in de weer,

met iets onduidelijks, het klonk naar taal

van voor de tijd dat hij begon als eikje.

Ik denk, zei ik, dat ik die mensen ken,

ze houden net als ik van rederijken

en ik geef volmonds toe: ik hoor bij hen.

Maar “bejaarden” wens ik niet te horen

het zijn niet uitsluitend senioren

die het rederijken kan bekoren,

de kunst om woorden tot iets moois te weven.

Een mens zijn lust dat is een mens zijn leven,

peinsde de eik tussen zijn vallend blad.

Ik zou geen cent voor zulke hobby’s geven,

ik heb als boom het altijd goed gehad,

aan lucht en water nooit tekort gekregen,

tevreden met de zon en met wat regen.

Ach, met zo weinig is geen mens tevreden.

- De stem viel weg. Waar was de eik gebleven?

Onmerkbaar was ik van de bank gegleden.

In de oktoberzon in slaap geraakt,

had ik mijzelf van alles wijsgemaakt,

ik had geloof ik met een eik gepraat,

naast het Begijnhof. Alsof bomen spreken.

Terwijl twee wandelaars argwanend keken,

hees ik mij overeind, pen en papier,

die vond ik op de keitjes waar ze lagen.

Ik zou zo dadelijk een zang voordragen,

o jee, ik had niet meer dan een kwartier

voordat de zaal hier vol zou stromen.

Vooruit, dan maar een maandzang over bomen.

 

                factor Herman