REDERIJK









Rederijkers houden zich bezig met taal en traditie; niet toevallig uit dat zich vaak in gedichten. Dit geldt ook voor de rederijkers te Breda. Voor andersoortige voortbrengsels van de kamerleden kunt u rechtsboven, onder Pagina`s, klikken op En verder..

vrijdag 24 juni 2016

De Tegenstelling

De gedichten die in de zitting van juni 2016 zijn ingebracht, draaien alle om een tegenstelling.

(1)

Rampspoed en Geluk

Om 12 uur… twee eieren te koken opgezet.
De telefoon gaat, even niet opgelet.
Ik stap in de auto en arriveer in de stad..
Om half drie ontdek ik wat ik vergat….

Met forse vaart arriveer ik in de straat..
Zie ik rook en vlammen van formaat?
Ren naar binnen…
Alwaar  de bodem van de pan aan  smelten wil beginnen.

Deuren en ramen open . …
Wat een lucht, vlug met  de pan naar buiten gelopen
Ik  laat  een zucht, maar zonder nuk…
Het was geen ramp, het is geluk.

Nettie-Vinder

(2)

’t Is triest maar waarheid dat ik u nu meld
geschokt te zijn in mijn koningsnormen,
want Shakespeare’s toch al boosaardige held,
Koning Richard, had een bult en wormen.
                  Jan Jonkheer

(3)

Hoe gaarne hoor ik fraaie taal!
Altijd, als ’t aan mij lag.
Maar ’t meeste klinkt gewoon banaal :
Houdoe, de mazzel, dáág.
         Le Gueux

(4)

De ideoloog

Een zweem van zeepbel, wankel streepje licht,
zo dun als vlies, in aanvang is het iets
als een begin - zo valt je een gedachte in.
Maar groeit die uit tot alles is ontwricht,
een denksysteem dat al wat voelt en tast
in algoritmen reduceert tot niets -
ik houd me even aan de zeepbel vast.

Herman Taaltopper


Wordt vervolgd

dinsdag 3 mei 2016

Maandzang april 2016

Zacht roze wit knopt met intens magenta
vol al van verse vruchtenkraam
Ginds achterin de tuin, de boom
Al even roze bij mijn raam
Houdt zich de ribes niet in toom
En volgt gedwee de lent’-agenda

De schilder-Schepper leeft zich uit
Kleurt alle hoeken van de tuin
Rechts knalt met magistrale kronen de magnolia
En ongekleurd nog priemt de sierajuin
Al bruin dooradert geelt forsythia
Zo geel ook blaast de keizerskroon zijn fluit

Mijn tuin een symfonie van kleur
Waar blauw en paars en lila zich ook toont
Maar wat geen woord beschrijvend nog kan doen
Is wat het meest hier woont
Die kleur in talloos tere tinten: Groen
Die in synthese met de zon zorgt voor die zalig’ lentegeur

En, of genoeg nog niet dit rijk boeket
Dat ziend’ , beroerend, geurend zich mij biedt
-Omdat één zintuig achter leek te blijven-
Tonen dan virtuoos de vogels hun kwinkelerend vreugdelied
Zo wil voor mij de tuin als Schepping toch beklijven
Dus weet ik niet of ik daarbuiten ooit een voet nog zet

Mijn leven blijft zo lentepoëzie!



Factor Bauke ‘Freiherr’ van Halem ©

woensdag 20 april 2016

Corveedicht

Joop onze schrijver,
zegt, als altijd nijver:
“Corvee, dat is van alle tijden,
het is iets als “bij toerbeurt lijden”.
Dus ook wanneer de factor vliedt
lonkt nog de vaat in het verschiet!
Als nu Le Gueux eens in zou vallen,
dan zijn wij blijde met z’n allen”.

Wanneer het teermaal is genoten
Neem ik de pannen in mijn poten
En laat ze los ten huiz’ van Miep,
Corvee gedaan: hoera, hiep, hiep.

Le Gueux