REDERIJK









Rederijkers houden zich bezig met taal en traditie; niet toevallig uit dat zich vaak in gedichten. Dit geldt ook voor de rederijkers te Breda. Voor andersoortige voortbrengsels van de kamerleden kunt u rechtsboven, onder Pagina`s, klikken op En verder..

vrijdag 22 november 2019

Maandzang november


De schemer zakt over het stille hof,
in kamers gaan de lampen langzaam aan.
Achter de muren dreunt de stad nog dof,
terwijl wij fietsend langs de hegjes gaan,
die van reeds lang verloren dagen dromen;
dan langs de kerk aankomend bij de zaal
waar wij vandaag weer samen zijn gekomen
om met ons oud, gezamenlijk verhaal
verder te gaan, nog lang niet uitverteld.

Wij voelen de historie om ons leven,
niet die van jaartal, heer en held,
maar de geschiedenis van hen die streven
naar samenhang door middel van het woord.
Verhalen groeien tot een groots verband
en worden door wie wil nu nog gehoord.
Vanuit de eerste Kamers in ons land
wist men het woord al spelend vorm te geven,
het woord werd beeld vol pracht en praal.
Wij echter houden het op onze zaal,
meer ingetogen is bij ons de taal,
ons groepje is meer van het binnenleven.
Moderniteit maakt dit paradoxaal:
communicatie is nu mondiaal.
Wij blijven echter onze aandacht geven
aan wat om concentratie vraagt,
en soms door jacht, versnippering wordt belaagd,
door anderen wordt gezien als veel te traag,
maar essentieel blijft voor ‘t bestaan vandaag:
het woord dat cirkelt om de kern der zaak,
dat samenbrengt in ernst en in vermaak.
Plezier is hoofdzaak en ons spel is taal.
‘t Verleden wordt bij ons zomaar het heden.
Vandaag bevinden wij ons allemaal
in oude straten die wij nu betreden
om deel te worden van een team van toen:
het spel dat wij vandaag gaan doen.







woensdag 16 oktober 2019

Maandzang met stijlbreuk



De zaal waarin we met elkaar verkeren
heeft altijd nog de tijd kunnen trotseren,
en - zo kun je desnoods stipuleren -
ook ons, die hier nu vrolijk redeneren
en steeds iets moois weten te destilleren
uit oude teksten die we reciteren,
waarna we smakelijk de pot verteren.
En ook al waarschuwt Brero "t kan verkeren",
en kunnen wij een wijze les waarderen,
we denken bij ons zelf: "Ach, krijg de klere",
ooit komt de tijd dat wij naar binnen keren,
nu blijven wij met woord na woord jongleren,
bereid om wat ons boeit te etaleren,
al wat de school des tijds ons heeft doen leren,
zonder lacunes nog te camoufleren.
Nog lang hopen we zo bijeen te komen,
we rederijken immers met plezier
en graag ontmoeten wij elkander hier,
elk met zijn eigen ding, zijn dromen.
En ongetwijfeld heeft u al vernomen,
of al de afgelopen tijd gemerkt,
dat er een metgezel is bijgekomen,
zodat ons kleine aantal wordt versterkt.

Vanavond heten wij welkom, vreugdevol,
als lid van de Kamer: Leonie van de Pol!


woensdag 18 september 2019

Maandzang in terzinen

Tja, vele weken moesten wij het stellen
zonder luim van lustige gezellen.
Geacht publiek, ik kan u dit vertellen:
hoe prachtig ook de zomermaanden waren,
wat moois we her en der hebben ervaren,
wat we aan soeveniers konden vergaren,
het leven is toch wel een beetje kaal,
zonder een avond rederijkerstaal,
een amicaal en culinair onthaal.
Hoe warm de zomer nu ook is gebleken,
wie van u miste niet ons aller Deken,
nu zoveel weken zonder haar verstreken?
Geen tijd om stil Helena te vereren,
niemand om onze hamer te hanteren,
haar luide lach moesten we lang ontberen.
Wij misten ondanks al dat mooie weer
de ruime blik van Herbert evenzeer,
zijn kennis, inzet en zo nog wel meer.
En waar zijn alle limericks gebleven,
terwijl de Geuzen diep in 't zuiden bleven?
We kunnen zonder Bas, maar slechts heel even.
Ondenkbaar is een Kamer zonder Lucy,
we hebben in haar inbreng veel fiducie.
En ook al is wat volgt misschien illusie,
ik droom van een Kamer zonder verder verloop.
wij raakten bijvoorbeeld in de knoop
zonder de beminlijkheid van  Joop,
onze belezen notulant-fiscaal.
Er zijn ook zittingen die profiteren
van Marius, die ons nog veel kan leren
en wiens gezelschap wij kunnen waarderen.
Ook zou de Kamer het niet kunnen verduren
geen inbreng te hebben van de zuiderburen.
Gelukkig hebben wij uit die hoek Peter.
En dit rijmsel wordt nu nog veel beter,
met de komst van Leonie; het heet 'r
welkom in ons midden en besluit:
deze winter ziet er zonnig uit.

Factor Herman, sept 2019
































woensdag 22 mei 2019

Maandzang mei


Stel je voor dat ik nu aan zou vangen
met een onbegrijpelijke zin
zo een waarmee geen maandzang ooit begint.
Al kun je vragen wat bij dit soort zangen
de norm is, want in rederijkerstaal
wordt een en ander dikwijls omgekeerd
en is wat elders raar is vaak normaal.
Met rederijkers zit je al snel in ’t schip,
of dat nu blauw is of gevuld met turf. *
De nar is stuurman, hij ziet koers noch klip,
ik weet niet of ik deze reis wel durf,
als rederijker heb ik toch mijn punt gemaakt:
dit rijm heeft kant noch wal geraakt.
Maar evenmin heb ik nu waargemaakt
wat ik in het vooruitzicht heb gesteld,
een zin waaraan geen touw is vast te knopen.
Want wat ik net heb voorgelezen,
al was het niet normaal, zo mag ik hopen,
echt onbegrijpelijk kan het niet wezen.
Hetgeen ik echter wilde presenteren
was onzin, flauwekul, niet meer dan ga-ga. **
Dat ga ik nu alsnog maar eens proberen,
want een mislukking is mijn eer te na.
Wat niet kan, ook al sta ik op mijn kop,
is met zo’n zin beginnen, want die plek
in dit gedicht is al vergeven en dus op,
en hier een eerste zin is al te gek.
Beschouw wat volgt dus niet als een begin,
maar wel als een volslagen nonsens-zin.
“De rede hamert loos uit het verleden.”
Grijpt menigeen nu naar zijn telefoon
om snel de noodhulp aan te laten treden?
Beperkt u zich toch liever tot wat hoon,
om zoveel pseudo-literair vertoon?
Dat zou een klein succes zijn in mijn streven
om in de kring van een hoogstaand publiek
een idee van het effect te geven
van ontsporing van de semantiek.

Bij nader inzien is er een nuance,
want “on-“ is een ontkennend stukje woord,
en on-zin is gespeend van zin, dat spreekt,
maar, en nu vraag ik uw coulance,
grammaticaal is er niets wat ontbreekt
en dat is iets wat mij een beetje steekt,
dat de gedachte wordt geaccepteerd,
dat er volslagen nonsense wordt beweerd
ook als er aan zinsbouw niets mankeert.
Nee, beter is het in de politiek
want daarin kan een spreker ongestoord
en zonder veel waarachtige repliek
’t gehoor bedwelmen met de macht van ’t woord,
hoezeer daarin de onschuld wordt vermoord
en de zin in vage damp gesmoord. ***

Ach, Prince, ik moet mij naar uw wijsheid richten
en niet meer voor ’t gedoemd verlangen zwichten
om met de taal een kul-staat op te richten,
en onzin weren uit al mijn gedichten.

factor Herman

* de Blauwe Schuit resp. Het Turfschip Adriaen van Bergen
** 'Verder lezen heeft geen zin, er staat geen zinnig woord meer in.' (John O’Mill)
** * 'en de zon wordt er langzaam in grijze, veelkleurige dampen gesmoord' (Marsman)